In Tibet zijn er goede restaurants in de betere hotels. Vaak zijn er restaurants met de Tibetaanse en Chinese keuken en een restaurant of coffeeshop met westerse gerechten. In de 3-sterren hotels is vaak maar één restaurant en daar wordt dan vooral de Chinese keuken, aangevuld met enkele Tibetaanse gerechten, geserveerd.
In de hotels is het ontbijt vaak een, al dan niet uitgebreid, buffet. Men probeert meestal een mix te serveren: zowel Chinese/Tibetaanse gerechten, als ook wat brood met jam en ei en een kop oploskoffie voor de westerlingen.
In een stad als Lhasa zijn lokale restaurants te vinden, die soms uitstekend en soms zeer simpel kunnen zijn. Er zijn restaurants waar Tibetaanse specialiteiten worden geserveerd, Chinese restaurants en Nepalese restaurants. In Lhasa is zelfs een restaurant (Dunya) dat gerund wordt door Nederlanders en waar je zowel uitstekende Tibetaanse als internationale gerechten kunt krijgen en waar ze in de bar een heerlijk Nederlands biertje schenken.
In de simpele restaurants moet u er rekening mee houden dat de hygiëne minder kan zijn. Dat is niet altijd zo, er zijn ook simpele restaurants waar het schoon is en waar ze een beperkte kaart hebben, maar wel uitstekend eten serveren.
Buiten Lhasa is het aanbod aan goede restaurants buiten de hotels beperkt.
Lokale specialiteiten
Vanwege het rauwe klimaat is de Tibetaanse keuken niet zeer gevarieerd en verfijnd. Het voedsel van gewone Tibetanen bestaat vooral uit:
- Boterthee. Het is een mengsel van thee, ranzige boter en zout. Zorgt voor vocht en vetstoffen. Niet naar ieders (westerse) smaak.
- Tsang. Een soort brinta, die met boterhee er op gegoten wordt gekneed tot een deegbal en dan in kleine bolletjes wordt gegeten.
- Chang. Het traditionele Tibetaanse bier.
Voor de Tibetanen die zich meer variëteit in hun voedsel kunnen veroorloven zijn gedurende de laatste eeuwen allerlei gerechten uit China in de lokale keuken geïntroduceerd. Speciale Tibetaanse gerechten zijn o.a.:
- Momo. Witte deeghapjes, een soort ravioli. Gestoomd of gebakken en gevuld met rundvlees en/of seizoensgroenten en soms met een dressing van kool- en wortelsalade.
- Lafook Dikrool. Lams stoofschotel, met een groentesaus met daarin spinazie en radijs en vaak geserveerd met een gestoomd broodje.
- Sha Sham-Deh. Een milde kip-curry, gemarineerd in gekruide yoghurt.
- Sha-gyathook Ngopa. Mie-gerecht met groenten en kip of rundvlees.
- Shinto Nga-sey. Appeltaart met rozijnen.
- Deysee. Zoete rijstpudding met rozijnen, boter en yoghurt.
Chinees eten
De Chinese keuken is al eeuwen geleden in Tibet geïntroduceerd, maar toen vanzelfsprekend vooral voor de Tibetaanse elite. Tegenwoordig zijn Chinese gerechten ook een deel van het menu van gewone Tibetanen, althans voor hen die in de steden wonen.In steden als Lhasa, Xigaze en Gyangtse zijn er in de hotels en in de stad veel Chinese restaurants te vinden of restaurants die zowel lokale Tibetaanse als Chinese gerechten serveren.
In een Chinees restaurant krijgen de gasten geen afzonderlijke, afgemeten porties. Elke schotel staat ter beschikking van alle tafelgenoten. Dit maakt een grotere verscheidenheid aan gangen mogelijk. In de betere eetgelegenheden worden de gerechten gewoonlijk op een rond te draaien plateau (‘lazy daisy’) geplaatst, zodat iedereen makkelijk bij de gerechten kan komen. Even wennen is het wellicht dat veel gevogelte en vis met alles er op en er aan wordt opgediend, dus bijvoorbeeld met de kop. Dit is geen macaber trekje van de Chinezen, maar voor u het bewijs dat het vlees vers is bereid. De rijst komt meestal pas na de andere gerechten. Soep is vaak de laatste gang. De soep moet zich in Chinese opvatting achteraf tussen het reeds verorberde voedsel dringen om het af te breken en makkelijker verteerbaar te maken.
Wat de kleinste eethuisjes en de beroemdste restaurants die Chinese gerechten serveren gemeen hebben, is de wijze waarop men het voedsel eet. Dit wordt steeds zodanig bereid aan tafel gebracht, dat men geen mes meer nodig heeft. Aan tafel neemt de Chinees het voedsel via eetstokjes tot zich. Voor u vormt het leren eten met stokjes een aparte uitdaging. De eerste dagen is het wat behelpen, maar de meeste mensen kunnen al snel de meest gladde champignons en bamboescheuten uit de schalen vissen. Mocht deze kunst voor u niet zijn weggelegd, dan kunt u altijd nog om mes en vork vragen (of zelf meenemen).
Drinken
De traditionele drank in Tibet is de boterthee, thee met yakboter en zout. Daarnaast wordt er veel Chinese (groene en zwarte) thee gedronken. Koffie is te krijgen in de hotels en op toeristen ingestelde restaurants; maar het is veelal slappe oploskoffie.
Water uit de kraan kunt u beter niet drinken. Mineraalwater is in de steden te koop. Soft drinks, zoals coca cola, sinas en sportdrinks worden in de winkels verkocht. Ook zijn er vruchtensappen in kartonnen pakjes en fruit in blik verkrijgbaar. Melk is bijna nergens te koop. Yoghurt wordt verwerkt in Tibetaanse en Nepalese gerechten en ook apart gegeten.
Het traditionele Tibetaanse bier is chang. Het is een smaakvol gerstenat, een beetje zurig, met een alcoholpercentage dat meestal rond de 5% is. Daarnaast wordt er ook pilsener, Lhasa Beer, gebrouwen in Tibet. Dat is redelijk, maar de meeste buitenlanders geven de voorkeur aan Chinees bier (Tsingtao geldt als beste) of aan merken als Heineken en Carlsberg.
Wijn wordt in toenemende mate in China, en ook in Tibet, gedronken. De geïmporteerde Franse, Chileense of Australische wijnen zijn van internationale kwaliteit, maar relatief duur.