YAN’AN 延安

Yan’an ligt in het noordoosten van Shaanxi, ongeveer 270 km ten noorden van Xi’an. In 1936 bereikte het Achtste Route Leger van de Chinese communisten dit geïsoleerde gebied. Yan’an was toen een marktstadje met 3.000 inwoners. Het was het eindpunt van de legendarische Lange Mars, een tocht van 2½ jaar en 12.800 km door Centraal- en West-China. Yan’an is beroemd geworden als het hoofdkwartier van Mao en de zijnen in de periode 1936 tot 1947.

Vanuit Yan’an kon de de Chinese Communistische Partij zijn eigen variant van het socialisme ontwikkelen en van hier werd de machtsbasis uitgebouwd die uiteindelijk in 1949 zou leiden tot de Volksrepubliek China. Om die reden was Yan’an vooral tijdens de periode van de Culturele Revolutie (1966-76) een revolutionair bedevaartsoord.

Yan’an heeft nu zo’n 100.000 inwoners. De stad strekt zich uit aan beide zijden van de Yan-rivier. Deze rivier snijdt een diepe voor tussen de omringende droge lössheuvels, waarin de voor dit gebied kenmerkende grotwoningen zijn uitgehouwen. Deze woningen zijn droog in de winter en koel in de zomer. De heuvels zijn vol terrasbouw. Oliebronnen en steenkoolmijnen hebben bijgedragen tot de industrialisering van de stad.

Museum van de Revolutie

Dit in 1958 geopende museum heeft een enorme landkaart met daarop de route van de Lange Mars in neonlicht. Er zijn verklaringen in het Engels en Chinees. De tentoongestelde voorwerpen omvatten communistisch bankpapier, het (opgezette) paard van Mao en vele andere voorwerpen.

Woonplaatsen van Mao Zedong

Vanwege Japanse bombardementen verhuisde Mao tussen 1936 en 1947 met een zekere regelmaat. Elk van zijn woonplaatsen is een klein museum geworden. Het zijn allemaal grotwoningen:

Fenghuangshan

Januari 1937-november 1938. In zijn woning aan de voet van de Feniksheuvel (Fenghuangshan) schreef Mao zijn belangrijke artikelen `Over de Tegenstelling’ en `Over de Langdurig Voortgezette Oorlog’. De foto aan de voorkant van de grot is in 1937 genomen, direct na de terugkeer van Zhou Enlai uit Xi’an, waar deze een bemiddelende rol had gespeeld bij het `Xi’an Incident’.

Yangjialing

November 1938-januari 1943. Circa 3 km ten noordwesten van Yan’an. Hier woonden zowel Mao, Liu Shaoqi, Zhou Enlai als Zhu De. In het auditorium vergaderde het Centraal Comité. Hier hield Mao zijn redevoering `De Dwaze Oude Man die Bergen Verzette’. Mao schreef er ook veel van zijn later beroemd geworden geschriften en dit was ook de plek van het in mei 1942 gehouden Forum over Kunst en Literatuur. In april 1945 vond hier het Zevende Nationale Partijcongres plaats. Daar sprak Mao `Over de Coalitieregering’ (met de Guomindang) en presenteerde Liu Shaoqi de grondbeginselen van de partij, waarin het marxisme-leninisme werd gecombineerd met de Chinese praktijk en waarmee men zich dus onderscheidde van de Sovjets. Het gebouw waar het Nationale Partijcongres werd gehouden is in 1947 door de Guomindang vernietigd, maar later herbouwd.

Zaoyuan (Dadel Boomgaard)

Januari 1943-eind 1945. Circa 7 km ten noordwesten van Yan’an. Mao schreef hier 28 artikelen en verschillende andere werken. De boom voor de woning is door Mao zelf geplant. Hiervandaan vloog Zhou Enlai naar Chongqing om met Chiang Kaishek te onderhandelen na de capitulatie van Japan.

Wangjiaping

Januari 1946-maart 1947. Dit was ook het hoofdkwartier van het Achtste Route Leger. In maart 1947 gaven de communisten Yan’an tijdelijk op vanwege het oprukken van de Guomindangtroepen. Zij heroverden de stad op 22 april 1948, maar Mao keerde toen niet meer terug.

Kostbare Pagode

De 1300 jaar oude Baota is het enige dat rest van een tempel uit de Tang-dynastie. De 44 meter hoge pagode staat op de Jialing-heuvel en kijkt uit over het zuidoosten van de stad. Hij is een van de symbolen van Yan?an. De pagode is octagonaal en telt negen verdiepingen. Bij de pagode is een grote klok, die in de Ming-dynastie is gegoten. Op de wand onderaan de heuvel is een aantal bijzondere inscripties. De karakters jia ling shan werden gekalligrafeerd door Fan Zhongyan (989-1052), een beroemde bestuurder van Yan’an en krijgsman uit de Tang-dynastie. Ook de karakters ‘er zijn tienduizend wapens in het denken’zijn van zijn hand.

Grot van de Tienduizend Boeddha’s

In de voet van de Qinglianshan is de Grot van de Tienduizend Boeddha’s (Wangfodong). De grot is al meer dan 1000 jaar een boeddhistisch heiligdom. In de grot staan vele, vooral kleine, boeddhabeelden. In 1936-47 werd de grot door de communisten als drukkerij gebruikt. Boven de grot is een Lachende Boeddha in de heuvel uitgesneden.

Huangling

Ongeveer halverwege de weg van Xi’an naar Yan’an ligt Huangling (黄陵), vroeger een fort dat Xi’an moest beschermen tegen de invasies van noordelijke volkeren. Huangling betekent `Gele Tombe’, naar de Graftombe van de Gele Keizer (黄帝陵, Huangdiling). Een pad bergopwaarts leidt naar een aan hem gewijde tempel, de Xuanyuan, uit de Han-tijd. Deze tempel heeft een verzameling van 63.000 oude cypressen en vele stelae over de hier gebrachte offers.

Volgens een eeuwenoude legende ligt hier de Gele Keizer begraven, de mythische voorvader en eerste vorst van het Han-ras uit het derde millennium v.Chr.. Hij wordt ook als de brenger van de beschaving beschouwd als uitvinder van metaalbewerking, het wiel, wapens en de pottenbakkerskunst. Voor de tombe ligt het Platform van de Onsterfelijkheid, gebouwd in opdracht van Han-keizer Wudi om zijn overwinning op zijn vijanden aan te kondigen en voor een lang leven te bidden.

Hukou Waterval

In het Yinchuan District dat valt onder Yan’an, is de Hukou Waterval te vinden. Het is (na Huangguoshu in Guizhou) de tweede waterval van China en de enige gele waterval in de wereld. De Gele Rivier stroomt voor Hukou door berggebieden met nauwe kloven en valt dan opeens 30 meter met donderend geweld naar beneden. De bedding is daardoor uitgesleten en heeft en de vorm van een theepot gekregen. Daarom de naam Hukou (keteltuit). Van een kleine afstand is de waterval zeer imponerend met zijn gele water en mistige dampen. Het zonlicht zorgt soms voor prachtige effecten. De waterval wisselt zijn beeld met de seizoenen. In de zomer is er veel regenval en wordt de waterval des te krachtiger.

Boten kunnen de waterval vanzelfsprekend niet passeren. Die worden daarvoor uit het water gehesen en via een omweg naar beneden gedragen of per vrachtwagen vervoerd.