XINING ཟི་ནིང་ / 西宁
Xining (ook gespeld als Silung of Ziling) is de hoofdstad van de provincie Qinghai en het commerciële centrum van de streek. De stadsprefectuur telt 2,3 miljoen inwoners, de stad zelf 1,5 miljoen. Xining is een soort van snijpunt van de Han-Chinese, de Tibetaanse en de Hui-islamitische cultuurgebieden. De Hui-wijk is het meest sfeervolle deel van de stad. De belangrijkste reden om naar Xining te gaan is echter het Kumbum Klooster. Xining ligt op 2200 meter hoogte, Kumbum op 2700 meter.
Dongguan Moskee
De Dongguan (Oostpas) Moskee is een grote moskee, een van de grootste in West-China, en de grootste van de circa 80 moskeeën in Xining. Hij dateert uit 1379, maar is voor een groot deel in recente jaren uitgebreid en gerenoveerd. De Hui-gemeenschap in Xining is kennelijk behoorlijk welvarend. Er is een oude gebedszaal (niet toegankelijk voor niet-moslims) en de grote binnenhof wordt ook gebruikt als openlucht gebedszaal. Er zijn strepen getrokken waar de bidmatjes moeten liggen. In een van de bijgebouwen van de moskee is een klein museum, dat is gewijd aan de cultuurhistorie van de Hui.
Naast de moskee staat een lagere school met vooral Hui-leerlingen. Tot voor enkele jaren was het nog een meisjesschool, hij is inmiddels gemengd, maar het aantal jongens is veel minder dan het aantal meisjes.
Markt
In een steegje naast de moskee begint de Hui markt. Het is een dagelijkse en pittoreske markt. De kooplieden zijn voornamelijk Hui, de meeste klanten ook. Achter de moskee is een oude wijk met lage huizen en veel winkels en werkplaatsen, waar veel Hui wonen en werken.
Er zijn in Xining ook Tibetaanse markten, zoals de Xizang Shixiang (Huzhu Lu) en de Shuijing Shang (tussen Xi Dajie en Nanguan Jie).
Musea
Het Qinghai Provinciale Museum toont in de provincie gevonden cultuurhistorische artefacten en volkenkundige en religieuze kunststukken van de diverse etnische groepen en van hun interactie en relatie met de Han-Chinezen. Ook is er een collectie die herinnert aan de Lange Mars, toen het Rode Leger door Qinghai trok op weg naar Yan’an.
Naast het provinciale museum is het moderne Qinghai Art Museum.
In het noordwesten van Xining is het Tibetaanse Cultuur en Medicijnen Museum, gewijd aan de Tibetaanse wetenschap en met als highlight een (in 1997 gemaakte) thanka van 618 meter, waarop de Tibetaanse geschiedenis is afgebeeld.
Kumbum Klooster (སྐུ་འབུམ་བྱམས་པ་གླིང་། / 塔尔寺, Ta’ersi)
Ongeveer 25 km buiten Xining, in de plaats Lusha’er, ligt het hoogtepunt van Qinghai: het Ta’er Si of Kumbum Klooster. Het enorme Kumbum (de Tibetaanse naam voor Honderdduizend Beelden) is in 1560 opgericht ter ere van Zongkaba. Dit is de oprichter van de Sekte der Geelmutsen. Het klooster beleefde zijn hoogtijdagen in de 17e en 18e eeuw, toen het meer dan 52 zalen en 9300 kamers en slaapvertrekken omvatte en er meer dan 3600 monniken woonden. Tijdens de Culturele Revolutie (van 1967 tot 1979) werd het complex gesloten. Maar sindsdien zijn de meeste gebouwen gerenoveerd en wonen er weer zo’n 750 monniken.
De huidige in ballingschap levende 14e Dalai Lama is in dit gebied opgegroeid. Lhamo Dhondup werd in 1935 geboren in een familie van grondbezitters en paardenhandelaren. Na het overlijden van de 13e Dalai Lama in 1933 was er veel rivaliteit in Lhasa. Gebaseerd op een visioen van de Reting Lama ging men in 1937 naar Amdo om zijn opvolger te zoeken. Uit 14 kandidaten werd hij gekozen en kreeg de naam Tenzin Gyatso (‘verdediger van de leer en oceaan van wijsheid’).
Het hele complex beslaat een gebied van 400.000 m². Er zijn twintigduizend religieuze schilderingen en borduurwerken in het klooster. Het is een geslaagde combinatie van Tibetaanse en Han-Chinese architectuur. Onder de goudglanzende daken bevinden zich donkere gebedszalen. Om volop van de schilderingen te kunnen genieten is het raadzaam om een zaklantaarn mee te nemen (fotograferen is verboden). Tussen de stoepa’s lopen de Tibetaanse pelgrims en monniken met hun gebedsmolens in de hand, al gebeden prevelend.
Het bezoek begint bij de Acht Tathagata Stoepa’s, het in de achttiende eeuw gebouwde symbool van het klooster. U volgt de Tibetaanse monniken en na twintig minuten arriveert u bij de ingang van het klooster. Na de toegang gaan we de zes geopende tempels bezoeken: de Grote Gouden Daktegel Tempel, de Grote Meditatiezaal, de Kleine Gouden Daktegel Tempel, de Negen Kamers Tempel en de Bloementempel.
De in 1561 gebouwde Da Jinwa (Grote Gouden Daktegel Tempel) bood onderdak aan meer dan 1000 monniken. Er bevinden zich 168 zuilen uit één stuk, prachtige bladgoud tegels en muurschilderingen die het leven van de Boeddha uitbeelden. Daarnaast is er een zilveren stoepa met een beeld van Zongkaba. De Dajing Tang (Grote Meditatie Zaal) uit 1606, een enorme, donkere gebedshal in typisch Tibetaanse stijl met een plat dak, is wellicht de fraaiste zaal. Het is de plek waar de lama’s van de vier scholen van de lamaserie hun soetra’s reciteren. Ook hier staat een grote zilveren stoepa, waarop de geboorteplaats van Zongkaba wordt afgebeeld. In de kabinetten worden zijn handgeschreven teksten bewaard.
De Xiao Jinwa (Kleine Gouden Daktegel Zaal) is in 1631 gebouwd en bevat een aantal groteske wachters en een dak bedekt met tegels van goud-op-snee. Uit dezelfde tijd dateert de Negen Kamers Tempel, in de drie kamers in het midden staan beelden van Manjusri, Avalokitesvara (Guanyin) en Vajrapani. In de drie kamers in het zuiden bevindt zich een beeld van Zongkaba, geflankeerd door beelden van lama’s.
De Bloementempel is bijzonder vanwege de sculpturen van geverfde yakboter. Zij beelden de tocht uit van prinses Wen Cheng op haar huwelijksreis naar Lhasa. Iedere winter worden de botersculpturen gerestaureerd en in een feestelijke optocht naar de koele kapel gedragen.
De in 1711 gebouwde Bodhi Stoepa, welke honderdduizend stenen bevat, elk besneden met een beeld van de Boeddha, is de bekendste van de talrijke stoepa’s in het kloostercomplex.
Kanbula Natuurpark
Het is vanuit Xining mogelijk om een dagtocht te maken naar het Kanbula Natuurpark (坎布拉国家森林公园, Kanbula Guojia Senlin Gongyuan). Het ‘nationale bospark’ ligt ten zuiden van Xining, een rit van 110 km. Het park staat bekend om zijn landschap, met rotshellingen, bos met vele soorten bomen en planten en het fraaie meer. Het meer heeft voor de lokale Tibetaanse bevolking een religieuze betekenis, ouder dan het boeddhisme. Er zijn in het gebied zeven Tibetaanse dorpen en enkele tempels te vinden, waaronder een nonnenklooster.
Datong
Datong (大通) ligt 40 km ten noorden van Xining. Hier zijn nog de restanten te zien van de Datong Ming Grote Muur.
Huzhu Tu Park
Huzhu (互助) ligt 50 km ten noordoosten van Xining. Het is een woongebied van de Tu (土族, tuzu). Om toeristen te trekken is er het Tu Minderheid Park gemaakt. U maakt er kennis met de cultuur van de Tu in het Westelijke Tu Dorp, het Xiaozhuang Tu Dorp, het Regenboog-stam Tu Park, de Nadun Manor en de Tianyoude Stokerij.
Jinyintan Graslanden
Circa 90 km ten noordwesten van Xining liggen op een hoogte van 3.200 meter de graslanden van Jinyintan (金银滩), verdeeld in Jintan (‘gouden gras’) en Yintan (‘zilveren gras’). Ze worden in het noorden en oosten begrensd door bergen en in het westen door het prachtige Qinghai Meer. De beste tijd voor een bezoek is van juli t/m september. Op de graslanden zijn grazende yaks, schapen en paarden te zien en semi-nomadische Tibetanen die er in het seizoen leven in yurts.
Jinyintan Atoomstad
Aan de rand van de graslanden, niet ver van Qinghai Meer, ligt Jinyintan Atoomstad (金银滩-原子城, Jinyintan Yuanzicheng). De stad heeft zich ontwikkeld rond de Yanzhi Basis. Voor de liefhebbers.