NANCHANG 南昌
Nanchang is de hoofdstad van de provincie Jiangxi. De naam betekent ´zuidelijke voorspoed´. Het was in de Qing-dynastie een welvarende stad, vooral door de handel in porselein dat in gebieden rondom Nanchang (o.a. in het beroemde Jingdezhen) werd gemaakt. Nanchang ontleent zijn revolutionaire roem aan de opstand van 1927.
Chiang Kaishek had in april 1927 in Shanghai een bloedbad laten aanrichten onder wat toen zijn communistische bondgenoten waren. Daarmee was het Eenheidsfront verbroken. De communisten gingen zich richten op andere steden. Op 1 augustus 1927 begonnen ze onder leiding van Zhou Enlai met succes een gewapende opstand in Nanchang. Met steun van de lokale vakbonden wisten ze de troepen van de Guomindang te verslaan en plaatsten de stad onder een ´revolutionair comité´. Weliswaar werd Nanchang na korte tijd heroverd door de Guomindang, maar de Opstand van de Eerste Augustus (Baiyi Qiyi) gold als een grootse revolutionaire daad en als de geboortedag van het Volksbevrijdingsleger.
Na 1949 ontwikkelde Nanchang zich tot een industriecentrum, waar chemicaliën, papier, aardewerk en voedsel worden geproduceerd. Het is tevens een transportcentrum. Er wonen 4 miljoen mensen. Nanchang ligt aan de Gan-rivier en is omringd door bergen. Daardoor kan het in de zomer behoorlijk heet zijn. De regenperiode is van maart tot juli.
Monument voor de Martelaren van 1 Augustus
Op het Volksplein staat het Monument voor de Martelaren van 1 augustus, ter nagedachtenis aan de communistische strijders die hun dood vonden tijdens de Opstand van Nanchang op 1 augustus 1927 tegen de Guomindang van Chiang Kaishek.
Museum van de Nanchang Opstand
Het Nanchang Bayi Qiyi Jinian Guan was in de twintiger jaren van de 20e eeuw een hotel. Zhou Enlai koos dit als zijn hoofdkwartier. In de twintiger jaren was dit museum aan de Zhongshan Lu/hoek Shengli Lu het Grand Jiangxi Hotel, dat door de communisten tijdens de Opstand van Nanchang als hun hoofdkwartier werd gebruikt. Op de begane grond bevinden zich oude, houtbesneden, mahoniehouten meubels en een opiumstoel. Slaapkamer 1 was van Zhou Enlai. Overal zijn koperen spuugbakken.
Nadat de communisten zich hadden moeten terugtrekken, werd het gebouw weer als hotel in gebruik genomen. Dit bleef zo tot de Culturele Revolutie toen het gesloten werd, om in 1969 als museum heropend te worden.
Op de tweede verdieping wordt de achtergrond van de Opstand van Nanchang geschilderd, en ook de voorbereidingen voor de opstand. De derde verdieping toont de gebeurtenissen rond de opstand zelf en het daaropvolgende terugtrekken van de communisten naar het rode basisgebied in de Jinggang Shan.
Tengwang Toren
De Tengwang Toren staat aan de Yangtze-rivier, ten westen van Nanchang. Het is een van de beroemde Yangtze-torens (de andere staan in Yueyang, Wuhan en Nanjing). Het paviljoen werd in 633 gebouwd toen Li Yunying, een broer van keizer Taizong van de Tang-dynastie, de gouverneur van Nanchang was. Hij werd vorst Teng (Tengwang) genoemd. De toren is in de loop der eeuwen vaak beschadigd en weer gerenoveerd. In 1926 werd hij door brand verwoest. In 1989 werd de toren herbouwd in de architectuurstijl van de Song-dynastie. De toren heeft negen verdiepingen en is bijna 60 meter hoog.
De Tengwang Toren heeft zijn faam voor een groot deel te danken aan het geschrift “Voorwoord voor de Tengwang Toren” van Wang Bo. Deze beroemde dichter uit de Tang-dynastie passeerde Nanchang op weg naar het zuiden en werd genodigd aan een banket ter viering van de bouw van de toren.
Luotian
Het dorp Luotian ligt 55 km ten noordwesten van Nanchang. Het dorp heeft een meer dan duizend jaar oude geschiedenis en wordt omringd door ornamentele poorten. U kunt een wandeling maken door de nauwe straten en langs de oude huizen en enkele van de mooiste huizen ook van binnen bekijken.
Bij het waterwiel leidt een pad naar het naburige dorp Shuinan, waar in een groot huis het Shuinan Folk Museum is gevestigd.