Beijing – Red Capital Ranch
De Red Capital Ranch (Shambhala at the Great Wall) is een zeer bijzondere accommodatie, die een bijzondere vorm van spartaanse luxe biedt. De faciliteiten in de huisjes zijn eenvoudig, maar bediening, drank en maaltijden zijn zeer luxe, en de sfeer en omgeving zijn uniek. Het ligt ten noorden en twee uur rijden van Beijing, even voorbij Huairou. Door het landgoed van de Red Capital Ranch loopt de Grote Muur. Het was vroeger een jachtverblijf van de Manzu adel. Het laatste stuk naar de Red Capital Ranch kom je, vrij plotseling, in een heuvellandschap. De weg hier is smal en kronkelig en loopt langs een riviertje en je passeert diverse viskwekerijen met restaurantjes.
Een houten poort geeft toegang tot het landgoed. Daarachter is het hotel. Het is een complex met verschillende gebouwen in oude stijl. De receptie, het restaurant en het café liggen direct achter de poort. De huisjes voor de gasten liggen aan de andere kant van de rivier. De receptie is in Tibetaanse stijl gebouwd. Ook de vrouwen die er werken dragen Tibetaanse jurken.
Om bij de huisjes te komen moet je via een lage stenen brug de rivier oversteken en een lang smal pad tussen struiken en gras volgen. Er zijn een stuk of tien kleine huisjes, allemaal met één verdieping en een mooi traditioneel pannendak. De meeste hebben een kleine houten veranda met zitbanken. Twee huisjes hebben geen veranda, maar wel een plat dak met een houten overkapping, bankjes en een tafeltje. Van daaraf een prachtig uitzicht op de Muur!
De huisjes zijn in traditionele stijl gebouwd, heel eenvoudig. Van binnen zijn ze bijna ‘Spartaans’, geen tv of koelkast, maar weer wel airco, thermosfles met heet water en theekopjes. Check bij aankomst wel of alles goed werkt. De meubels en kunstwerken aan de muur zijn mooi en authentiek.
Er zijn twee ruimtes. Een zitkamer met een kast, tafeltje en bankjes langs de muur met kussens. Naast de deur naar buiten is nog een extra bed geplaatst. De tweede kamer heeft voor het raam één groot bed, een kang van 3 bij 1,80. Een kang is gemaakt van aardewerk, met van binnen een rookkanaal waardoor de warmte van een haard het bed op temperatuur houdt. In de zomer is dat niet nodig natuurlijk. Tegenover de kang is een klein wastafeltje met aan weerszijden twee kamertjes: de wc en de douche. Tegen de achtermuur staat nog een ladenkastje.
Op het uitgestrekte terrein staan verder nog wat prieeltjes, kleine beeldjes en langs het hele pad een soort mini-pagodes die (zo blijkt later) ’s avonds als lantaarnpaaltjes dienst doen. Verder veel min of meer hoog ‘wild’ gras, struikgewas en bomen. Richting de rivier staat een echt theehuisje waar je naast thee ook andere dranken kan krijgen.
Het restaurant is zeer sfeervol. Je kunt binnen zitten in een prachtig ingerichte grote kamer of op het dak, dat ook weer overdekt is en dat via een smalle houten trap is te bereiken. De keuken is een gebouw naast de eetzaal. Zo nu en dan hoor je de vlammen hoog oplaaien, want er wordt hier op open vuur geroosterd. Het eten is geweldig.
Het ontbijt in het restaurant is geen buffet, maar je krijgt van alles voorgeschoteld: thee, sap, yoghurt, dumplings, brood, eieren.
De lunch kan bestaan uit dumplings en noodles, maar er zijn bijvoorbeeld ook sandwiches ham-kaas te krijgen en je kunt aflsuiten met een dessert van verschillende soorten kaas in plakjes, opgediend met twee soorten meloen, rozijnen, gesuikerde amandelen enzovoorts.
Het (niet goedkope) diner blijkt een feestmaal. Veel van de gerechten zijn Mongools, aldus het menu. De kok is kennelijk geïnspireerd door het feit dat het landgoed aan de andere kant van de Grote Muur ligt. U kunt zich laten verwennen met allerlei verschillende gerechten, met veel vlees, maar ook diverse andere schotels. En de wijn is ook uitstekend.
De Muur loopt van de heuvel achter ons huisje naar beneden, en gaat aan de andere kant van de rivier net buiten de poort, vanaf de weg weer omhoog, tegenover ons. Dat laatste deel besluiten we te beklimmen. Het is eenvoudig om naar de eerste wachttoren te klimmen, en ook naar de tweede wachttoren, over de muur, loopt een redelijk goed pad. Hoe hoger je komt, hoe mooier het uitzicht is op het andere deel van de muur. Vanaf de ranch gaat hij stijl omhoog, daarna buigt hij naar links en volgt de bergkam. Het weer wordt steeds beter en voor en achter ons zien we wel een stuk of tien wachttorens. Na een uur wandelen we weer terug naar ons huisje, voldaan en hongerig naar avondeten.
Later blijkt dat bij de receptie redelijk uitgebreide wandelingen beschreven staan. We hadden ook gewoon ons de weg kunnen laten wijzen. Er is heel veel personeel en het zou me niet verbazen als je je ook op langere wandelingen kunt laten begeleiden. Op de getekende wandelkaarten bij de receptie wordt duidelijk hoe ver je kunt wandelen. In een uur of acht zou je over de muur zelfs naar Mutianyu, een van de bekende gerestaureerde delen, kunnen lopen. Het is echter niet allemaal even begaanbaar, zo wordt uitgelegd. Wil je echt een flinke tocht over de Muur maken, dan kun je beter naar Mutianyu, Gubeikou of Jinshanling gaan. De Red Capital Ranch verzorgt ook picknickmanden en ze hebben routebeschrijvingen voor fietstochten.