ZOEKEN:

Vijf en Tien (907-979) 五代十国

09-Vijf-TienDe periode 907-979 staat bekend als die van de Vijf Dynastieën en Tien Koninkrijken. Er was sprake van grote verdeeldheid en iedere machthebber had de ambitie keizer van heel China te worden. Het was ook een tijd van sociale veranderingen. Het zuiden en het centrum maakten een snelle economische ontwikkeling door, terwijl in het noorden de macht van de aristocratische clans verzwakte.

Noorden: vijf dynastieën

Liang-krijger-10eC

Krijgsheer uit de Latere Liang

Het noorden werd bestuurd door een opeenvolging van vijf dynastieën. De Latere Liang (907-923) werd gesticht door een militaire gouverneur uit de Tang, die vooral steunde op de lagere ambtenaren en officieren. Het expansiestreven bleek echter te veel voor het belastingpotentieel. De Latere Tang (923-936) werd gesticht door de zoon van een Turkse generaal, maar hij en zijn opvolgers slaagden er niet een sterk bestuur te vestigen. Onder de Latere Jin (836-946), ook door een Turkse officier gesticht, werden aan de nomadische Qidan wegens hun steun gebieden ten zuiden van de Grote Muur gegeven. Daarmee werd het traditionele defensiesysteem verwoest. Ook van de Latere Han (947-950), de kortste officieel erkende dynastie in de Chinese geschiedschrijving, was de stichter een Turkse officier. Nadat de dynastie was gevallen, weigerde zijn broer zich over te geven en vestigde in het noorden van Shanxi het rijk van de Noordelijke Han (951-979). De Latere Zhou (951-959) kwam tot stand via een Chinese revolte tegen de Turkse heersers. Op grond van de bestuursorganisatie van deze dynastie zou de Song ontstaan. In het noorden was in de periode vanaf 880 de groep van geletterde landheren steeds sterker geworden en zij namen lokale officieren en kooplieden op. Deze lokale elite was de sociale basis voor de opkomst van de Song.

Zuiden: tien koninkrijken

De tien koninkrijken bevonden zich in Zuidwest-, Zuidoost- en Zuid-China. De Vroegere Shu (907-925) omvatte het vruchtbare Sichuan en delen van provincies ten westen daarvan. Het werd veroverd door de Latere Tang (925-934). Met de val daarvan kon in Sichuan de Latere Shu (934-965) worden gevestigd, dat echter op zijn beurt door de Noordelijke Song werd ingenomen.

Het Wu-rijk (902-937) en het Zuidelijke Tang-rijk (937-975) regeerden achtereenvolgens over de welvarende middenloop van de Yangzi. De Zuidelijke Tang breidde in 945 haar gebied uit met het Min-rijk (909-945) dat zich in het huidige Fujian had gevormd en in 951 met het Chu-rijk (907-951) van Hunan. Het Wu Yue-rijk (907-978) lag in het huidige Zhejiang en rond Shanghai en werd door bekwaam bestuur zeer welvarend.

De Zuidelijke Han (907-971) in Guangdong en Guangxi was lang trouw gebleven aan de Tang-dynastie. Het had daarom veel voormalige Tang-ambtenaren aangetrokken en vele keizerlijke instituties behouden. Het gebied was commercieel welvarend door de handel met Zuidoost-Azië. Een expansiepoging richting Annam (Noord-Vietnam) mislukte rond 930. Het Jingnan-rijk (924-963), tenslotte, was een klein militair satraap in Hubei.

<- Tang | Geschiedenis tot 1949 | -> Noordelijke Song