ZOEKEN:

Hervormingen en Open Deur (1979-1989)

1980-Zhao-Deng-HuOnder premier Zhao Ziyang, de de facto leider Deng Xiaoping en de partijsecretaris Hu Yaobang werd een einde gemaakt aan het beleid dat de zware industrie stimuleerde door te besnoeien op de levensstandaard, waarbij massa-organisaties de regering hielpen het volk te politiseren, opdat dit bereid was vooralsnog met een gering inkomen genoegen te nemen. In plaats daarvan kwamen er materiële beloningen voor wie hard werkte, kwam er meer ruimte voor persoonlijke initiatieven, werden vooral de lichte industrie en de dienstensector gestimuleerd omdat deze veel arbeidskracht absorbeerden en snel rendement opleverden en werd er economische samenwerking met het buitenland gezocht.

1981-Simao-markt01-K1981

Boeren mogen weer zelf groenten telen en verkopen (Simao 1981)

De hervormingen begonnen op het platteland, waar in 1979 het ‘verantwoordelijkheidssysteem’ werd geïntroduceerd. Onder dit stelsel nam het huishouden de plaats van het collectief als produktie-eenheid in en sloten de huishoudens contracten met de lokale overheid over een bepaalde produktie tegen een vooraf afgesproken prijs. Wat het huishouden daarnaast en daarenboven produceerde, kon het tegen hogere prijzen op de geheractiveerde vrije markten verkopen. De volkscommunes werden ontmanteld. Als gevolg van deze hervormingen stegen de inkomens van de boeren snel, vooral in de omgeving van de grote steden.

Ook in de steden werd er vanaf 1979 geëxperimenteerd met het marktmechanisme. Ondernemingen moesten rendabel worden en winst gaan maken. Partijmensen die voornamelijk politiek geschoold waren moesten de fabrieksleiding aan vakmensen overlaten. Tegelijkertijd ontstond er naast de staatsbedrijven en collectieve bedrijven een privé sector, die snel uitgroeide tot vele miljoenen mensen. Kleine bedrijfjes en zelfstandigen gingen eenvoudige gebruiksgoederen produceren en diensten leveren. De straatverkopers, ambachtslieden en restauranthouders maakten het straatbeeld in China weer levendig.

1980-Beijing-Muur-Badaling0

Bevordering toerisme vanaf 1979

Terwille van financiële en technologische injecties werden ook de economische banden met Japan en het westen versterkt. In 1979 werden joint venture ondernemingen toegestaan en werden vier gebieden (Shenzhen, Zhuhai, Shantou en Xiamen) aangewezen als Speciale Economische Zones met aantrekkelijke voorwaarden voor buitenlandse investeerders. In het begin van de tachtiger jaren kregen nog eens veertien kuststeden speciale vrijheden om te exporteren en joint ventures op te zetten. Om de moderniseringen te betalen werd de export bevorderd, werden leningen aangegaan en werd het toerisme naar China gestimuleerd. Mede als gevolg van deze economische banden was er ook sprake van een politieke toenadering tot Japan en het westen. Ook de relatie met de Sovjet-Unie verbeterde. Tegelijk zorgde het toenemende zelfvertrouwen er echter voor dat China zich meer als een onafhankelijke grootmacht ging opstellen.

De economische hervormingen zorgen voor een sterke algehele verhoging van de levensstandaard en gingen gepaard met veranderingen op sociaal, cultureel en politiek terrein. De eerste stap was een herwaardering van de rol van Mao Zedong. Zijn beleid sinds 1957 werd scherp bekritiseerd. Als openbare boetedoening diende in januari 1981 het showproces tegen de Bende van Vier, die alle schuld van de Culturele Revolutie in de schoenen werd geschoven.

Ook de sociale hiërarchie veranderde. Terwijl intellectuelen opnieuw gewaardeerd werden als voortrekkers van de moderniseringen, boette het leger sterk aan status in, niet in de laatste plaats ook vanwege de half mislukte grensoorlog met Vietnam in 1979. De economische vrijheden leidden tot een nieuwe groep relatief welgestelden: rijk geworden gespecialiseerde boeren, geslaagde stedelijke ondernemers, kaders die profiteerden van nieuwe mogelijkheden en van hun contacten met het westen.

Op allerlei gebieden kwamen er meer vrijheden. De religie kon, zij het gecontroleerd, weer openlijk worden beleefd. Etnische minderheden mochten weer uiting geven aan hun eigen cultuur, zolang zij het centrale gezag niet ondermijnden. Voorheen verguisde kunstenaars konden weer op zoek naar zelfexpressie en nieuwe vormen. De media werden opener en kritischer. Reclame, westerse films, televisieseries en toerisme brachten de bevolking in aanraking met andere normen en waarden.

<- China onder Hua Guofeng | Geschiedenis na 1949 | -> Nieuwe problemen