China nu (2002- )
Op het politiek vlak vond er in 2002/3 vond een belangrijke machtswisseling plaats. Jiang Zemin moest terugtreden. Als partijleider werd hij opgevolgd door de toen 60-jarige Hu Jintao. Hu Jintao werd tevens door het Volkscongres als president van China verkozen. Eind 2004 nam Hu Jintao ook de post van voorzitter van het Centrale Militaire Comité over van Jiang Zemin. Daarmee werd bevestigd dat Hu Jintao nu de machtigste man van China is.
Binnen de regering werd Zhu Rongji als premier opgevolgd door Wen Jiabao. Net als Hu Jintao komt Wen Jinbao uit de directe omgeving van Hu Yaobang en Zhao Ziyang, de leiders die midden jaren tachtig China een koers lieten varen van meer openheid, meer democratie en liberalisering en vooral economische groei.
Natuurlijk blijft er een roep om meer vrijheid, meer zelfbeschikkingsrecht voor het individu. De meeste Chinezen lijken echter warmer te lopen voor economische voorspoed dan een grotere democratie, ook al worden mensenrechten nog altijd op soms schrijnende wijze geschonden. Blijft de economie groeien, worden verwachtingen waargemaakt, loopt de inflatie niet uit de hand en zijn er geen grote groepen in stad of op platteland die achterblijven? Dit zijn de werkelijke vragen waar China mee worstelt. De antwoorden die daarop komen zullen ook de politieke toekomst gaan bepalen.
Van groot gewicht is het patriottisme, nu er voor ideologie weinig plaats meer is. Daarom was het voor China ook zo belangrijk om de Olympische Spelen toegewezen te krijgen. Eigenlijk vonden de meeste Chinezen het zeer onterecht dat Sydney voor 2000 werd aangewezen, zeker nadat bleek dat er landen voor waren omgekocht. Toen in juli 2001 bekend werd dat het Beijing gaat worden in 2008 was men in China dan ook oprecht blij en zouden analisten er misschien goed aan doen het te bezien in een breder verband dan alleen dat van mensenrechten. Wat Mao en na hem Deng hebben bewerkstelligd is, naast alle genuanceerde beschouwingen over wat er goed en fout was, heel kort te omschrijven: de terugkeer van de trots Chinees te zijn. En dat kon wel eens een goede basis zijn om in de 21e eeuw werkelijk tot een grootmacht uit te groeien.
China zet daarom alles op alles om van de Spelen één groot feest te maken. Oprechte kritiek over de mensenrechten gecombineerd met angst voor het opkomende China zorgden begin 2008 voor veel, vaak ongenuanceerde, kritiek op China. Daar kwam bij dat er in maart 2008 in Tibet weer demonstraties kwamen, die de kop in werden gedrukt. Voor China is Tibet onderdeel van het land en heeft de buitenwereld zich niet met interne zaken te bemoeien.
In de buitenwereld kijkt men met een ambivalente mix van zorg en bewondering naar China, wetend dat de ‘American age’ bijna voorbij is en men niet langer om China heen kan. In dat kader maakte China een duidelijk ‘statement’ bij de viering van 60 jaar Volksrepubliek op 1 oktober 2009. In de grote parade zaten onmiskenbare referenties naar het verleden, maar er werd ook veel aandacht besteed aan China als nieuwe economische en zelfs vernieuwende en duurzame wereldmacht.