ZOEKEN:
Xi'an | 8 Onsterfelijken Tempel
Pingyao | Qingxu Dao Tempel
Pingyao | Qingxu Dao Tempel
Beijing | Baiyun Tempel
Het offeren van namaakgeld en voorwerpen

Het Daoïsme dateert uit de vierde eeuw v.Chr. De legendarische grondlegger van de leer is Laozi en die zou in 604 v.Chr. zijn geboren. Hij werkte als bestuurder en stond zo weinig mogelijk bemoeienis van de overheid voor. Hij kon zijn ideeën niet verwezenlijken en trok zich terug in de bergen. Zijn leer zette hij op schrift in de Daodejing.

Beijing-Baiyun-Guan17-K2014Terwijl het Confucianisme zich richt op de relaties tussen personen houdt het Daoïsme zich vooral bezig met de harmonie tussen mens en natuur. Dao (vaak geschreven als Tao) betekent Weg, het natuurlijke patroon, de weg van alle kosmische veranderingen en transformaties. De natuurkracht, de kosmische energie (de qi) heeft zijn eigen koers. Door inzicht te verwerven in de Dao en zich daarnaar te richten, kan men orde en harmonie verkrijgen in het eigen leven en in de samenleving. Een kernbegrip is ook het niet ingrijpen in de Dao, wuwei (letterlijk ‘daadloosheid’), niet als passiviteit, maar als het niet verstoren van de natuurlijke stroom. Vrede en harmonie zijn de natuurlijke staat en daarin moet de mens niet zomaar ingrijpen. Laozi en zijn volgeling Zhuangzi vertegenwoordigen het filosofische Daoïsme, gericht op het begrijpen en het volgen van de Dao. Daarin was een welhaast wetenschappelijk relativisme, het trachten de relativiteit van alle standpunten en waarden te doorgronden, een grondhouding.

Naast het filosofische Daoïsme ontwikkelde zich rond de 2e eeuw n.Chr. ook een religieus Daoïsme. Daarin zaten maatschappelijke idealen zoals het streven naar een soort paradijs (taiping, ‘rijk van grote vrede’) dat er ooit geweest zou zijn, maar ook ideeën over persoonlijke ontwikkeling, zoals het streven naar een lang leven. Deze religieuze stroming ontwikkelde eigen geschriften, rituelen, goden en priesters of monniken. In het Daoïsme werden allerlei elementen van het Chinese volksgeloof opgenomen. Dat waren o.a. ideeën over divinatie, de fengshui, en de leer van yin en yang. Die ontwikkelden zich verder in de gezondheidsleer zoals de acupunctuur en in de krijgskunsten zoals de wushu (kungfu). Sommige daoïsten ontwikkelden zich tot wetenschappers, en de specialisten in de alchemie, het streven naar onsterfelijkheid, hadden groot aanzien. De rol van daoïstische priesters naar leken toe werd niet zozeer het uitleggen van de leer, maar het uitvoeren van rituelen.

<- Geestelijk leven