ZOEKEN:

Het geestelijk leven in China is zeer divers. Hoewel er perioden zijn geweest dat bepaalde stromingen speciale steun kregen van de keizers of dat andere tijdelijk werden vervolgd, is er nooit één overheersende religie geweest.

Beijing-798-Confucius-Menci

Confucius en Mencius in moderne kunst

Het geestelijk leven is een mengeling van allerlei religies, opvattingen, filosofieën en gebruiken. Soms wordt gesteld dat de Chinezen ook hun religie zeer pragmatische zijn: gebruik hetgeen dat werkt, ongeacht waar het vandaan komt. De klassieke indeling is die van Confucianisme, Daoïsme en Boeddhisme. Maar die drie levensovertuigingen konden binnen een familie allemaal beoefend worden, samen met nog allerlei bijgelovige gebruiken. Het hing er sterk van af waarvoor, wie en wanneer. Alles bij elkaar is er een zeer divers goden pantheon.

Het Confucianisme geldt als de klassieke Chinese ethiek. Het is een levensleer, geen godsdienst. Maar het Confucianisme is al tweeduizend jaar zeer bepalend voor de manier waarop de Chinezen denken over intermenselijke relaties en de samenleving.

Het Daoïsme is van oorsprong ook meer een filosofie dan een religie, maar heeft zich wel in een religie ontwikkeld. Deze ‘Leer van de Weg’ gaat vooral over de relatie tussen mens en de natuur in de breedste zin van het woord.

Het Boeddhisme ontstond in India en kwam China rond de 2e eeuw binnen via de Zijderoute. Nu is in veel landen daar de Islam dominant, maar toen was het Boeddhisme er zeer sterk. In China kreeg het Boeddhisme wel zijn eigen vorm.
Tijdens iedere reis naar China zult u een of meerdere tempels bezoeken. Hoe de inrichting van de meeste boeddhistische tempels is vindt u hier.

Een belangrijk element in het geestelijk leven van het oude China is hoe er werd gedacht over het gezag. De keizer werd gezien als de Zoon des Hemels, aan wie een Hemels Mandaat was verleend om over de mensheid te heersen.